kaartverkoop
- kaart·ver·koop
- samenstelling van kaart en verkoop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaartverkoop | kaartverkopen |
verkleinwoord |
de kaartverkoop m
- het verkopen van kaartjes voor evenementen
- De kaartverkoop van het concert begint vanavond om tien uur.
- Het woord kaartverkoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.