juwelenkist
- Geluid: juwelenkist (hulp, bestand)
- ju·we·len·kist
- samenstelling van juweel en kist met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | juwelenkist | juwelenkisten |
verkleinwoord | juwelenkistje | juwelenkistjes |
het juwelenkist o dim. tant.
- een kist waarin men juwelen bewaart
- De dieven hadden haar juwelenkist meegenomen.
1. een kist waarin men juwelen bewaart
- Het woord juwelenkist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.