judokampioen
- ju·do·kam·pi·oen
- samenstelling van judo zn en kampioen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | judokampioen | judokampioenen |
verkleinwoord |
de judokampioen m
- (sport) winnaar van een of meer judowedstrijden, winnaar van een judokampioenschap
- ▸ Els van Breda-Vriesman, IOC-lid van 2001 tot 2008, moest stoppen toen ze het voorzitterschap van de Internationale Hockeyfederatie kwijtraakte. Hein Verbruggen (1996-2005 en 2006-2008) was IOC-lid in zijn rol als voorzitter van de Wielerbond UCI en werd na de Olympische Spelen in Peking in 2008 erelid van het IOC. Voormalig judokampioen Anton Geesink (1987-2010) werd IOC-lid als oud-top-olympiër, maar overleed plotseling in 2010.[1]
- ▸ Wim Ruska was misschien wel de beste judoka die Nederland ooit gehad heeft. Maar de erkenning bleef uit. Vrijdag verschijnt zijn biografie: 'Ruska. Triomf en tragiek van een judokampioen'.[2]
- Het woord judokampioen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Hoe Eurlings 'onze IOC-man' werd” (Zaterdag 7 september 2013, 14:34), NOS
- ↑ Weblink bron “Wim Ruska, de biografie” (Woensdag 14 december 2011, 23:50), NOS