jongvee

Nederlands

jongvee in de wei

Uitspraak

• Geluid:  jongvee    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• jong·vee

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  jong bn  en  vee zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	jongvee
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het jongvee o

1. onvolwassen landbouwhuisdieren met name jonge runderen

   • Daarnaast hadden we Hermien de koe, het rund dat liefst twee maanden lang in vrijheid wist te leven nadat zij was ontsnapt aan het slagersmes. Overdag hield het dier zich al weken schuil in de bossen nabij het Overijsselse Lettele, maar zodra het donker werd dook zij op in de schuur met jongvee van een veehouder in de buurt, op zoek naar voedsel.  
   • Het gebeurt zelden: een oud-bewindspersoon die demonstreert tegen het beleid van zijn opvolger. Vandaag staat Henk Bleker tussen de koeienstront op het Binnenhof. Hij wil de Nederlandse export van jongvee ‘van de ondergang redden’.  

   ▸ Verder kan de boer ervoor kiezen om de uit te rijden mest te verdunnen met water, koeien vaker in de wei te zetten en de hoeveelheid jongvee te verminderen.

Vertalingen

    1. onvolwassen landbouwhuisdieren met name jonge runderen   

Engels: young stock (en)

Gangbaarheid

• Het woord jongvee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jongvee" herkend door:

81 %	van de Nederlanders;
65 %	van de Vlamingen.