jockeypet
- joc·key·pet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jockeypet | jockeypetten |
verkleinwoord |
- (hoofddeksel) pet met grote klep die een jockey tijdens paardenrennen draagt
- De koningin - om een indruk te geven - is een nuf met de intonatie van een verwend kind, een rijbroek, een kroon op haar jockeypet, een scepter in de hand en een handtasje met het wapen van de monarchie in goud. [2]
- Dimitri heeft onder supervisie van zijn vader een aantal verhalen vertaald. Maar nu doet hij het in zijn eentje, en dat geeft ongelukken. De twee Nederlandse vertaalsters ontdekten bijvoorbeeld dat een 'jockeypet' een 'hockeypet' was geworden. Dat kon in de Amerikaanse editie en in de Nederlandse nog verbeterd worden. Maar elders ging het mis. [3]
1. pet met grote klep die een jockey tijdens paardenrennen draagt
- Het woord jockeypet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jockeypet" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Henk van Gelder 11 juli 1992 Kolderieke show over hofintriges iets te lang
- ↑ NRC H. Brandt Corstius 24 mei 1996 Als de wereld oud zal zijn; Uitgave van het verzameld werk van Vladimir Nabokov voltooid
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be