jijlui

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  jijlui    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈjɛilœy/

Woordafbreking

• jij·lui

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van jij (persoonlijk voornaamwoord) met lui (zelfstandig naamwoord), informele vorm van lieden, gebruikt om te benadrukken dat het om een meervoud van het voorgaande gaat

Persoonlijk voornaamwoord

jijlui

(spreektaal) (verouderd) (weinig gangbaar) jullie, (tweede persoon meervoud)

1. • Hier neem jij er een, Trui, jij Naatje en jijlui allemaal. 

Synoniemen

• jelui
• jullie

Gangbaarheid

• Het woord 'jijlui' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.