Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jeuk·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jeuksel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het jeukselo

  1. wat een irriterend, kriebelend gevoel veroorzaakt; het irriterende, kriebelende gevoel
Synoniemen

Gangbaarheid

23 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen