• (IPA in voorbereiding)
  • ja·si·us·vlin·der
enkelvoud meervoud
naamwoord jasiusvlinder jasiusvlinders
verkleinwoord jasiusvlindertje jasiusvlindertjes

de jasiusvlinderm

  1. (vlinders) Charaxes jasius   een vlinder uit de familie Nymphalidae, de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders. Met een spanwijdte bij het mannetje rond 70 mm en het vrouwtje van 75-90 mm is het de grootste dagvlinder van Europa