1. Kristalletjes van jarosiet.
  • ja·ro·siet
enkelvoud meervoud
naamwoord jarosiet jarosieten
verkleinwoord - -

het jarosieto

  1. (mineraal) geelbruin glanzende verbinding van kalium-ijzersulfaat (KFe3+3(SO4)2(OH)6)
    • Bij de productie van zink kwam jaarlijks zo'n 100.000 ton jarosiet vrij, zwaar verontreinigd afval met een hoog ijzergehalte. [1]
11 % van de Nederlanders;
14 % van de Vlamingen.[2]