jachttrip
- jacht·trip
- samenstelling van jacht zn en trip zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jachttrip | jachttrips |
verkleinwoord | jachttripje | jachttripjes |
de jachttrip m
- uitstapje met als doel om te gaan jagen
- ▸ Achter hem verschijnt de grote vrouw in een donkergroene waxcoat en op haar hoofd een hoed met brede rand, waardoor ze eruitziet als een Engelse lord op een jachttripje.[1]
- ▸ Een Saudische prins nam de valken mee voor een jachttrip in Jeddah, Saudi-Arabië. Waar het vliegtuig was opgestegen, is niet bekend.[2]
- Het woord 'jachttrip' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186
- ↑ Weblink bron “Saudische prins koopt vliegtickets voor 80 valken” (dinsdag 31 januari 2017, 21:07), NOS