• jacht·es·ka·der
enkelvoud meervoud
naamwoord jachteskader jachteskaders
verkleinwoord

het jachteskadero

  1. (militair) eskader jachtvliegtuigen
     En lieve hemel. lk was zeventien jaar en in die tijd was er waarschijnlijk niet één Duitse zeventienjarige te vinden die het 1ste Jachteskader niet kende met zijn rode driedekkers Fokker Dr. I en al helemaal het hoofd van het eskader zelf niet, Manfred baron von Richthofen, de 'Rode Baron', zoals hij enigszins misleidend in de geschiedenis beschreven wordt.[1]


  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Het einde van het verhaal” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645521