jachtbommenwerper

Nederlands

 
jachtbommenwerper
Uitspraak
Woordafbreking
  • jacht·bom·men·wer·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jachtbommenwerper jachtbommenwerpers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de jachtbommenwerperm

  1. (militair) snel vliegende bommenwerper die ook geschikt is voor luchtgevechten
     In de gemeente Lochem wordt na de zomer een vliegtuigwrak uit de Tweede Wereldoorlog opgegraven. Het wrak is een Hawker Typhoon, een jachtbommenwerper van de Britse Royal Air Force.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Lochem bergt resten Brits vliegtuig uit Tweede Wereldoorlog” (11 april 2019), NOS