jaarling
- jaar·ling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jaarling | jaarlingen |
verkleinwoord |
de jaarling m
- een dier dat een jaar oud is
- Bert Hesse van Das & Boom, de stichting die zich inzet voor behoud van een gezonde dassenpopulatie: "In Zuid-Limburg waar veel dassen leven, worden ze wel eens in woonwijken gesignaleerd. Maar in de Achterhoek komt dat niet veel voor. Het gaat vrijwel zeker om een jaarling die eerder in de buurt van Winterswijk is uitgezet. [2]
- Duivenmaatschappij 'De gekroonde duif' uit Kasterlee zette de kampioenen op de halve fond in de bloemen. De beste met de oude duiven was Julien Heyns, met de jaarlingen en de jonge duiven Fons Leysen. [3]
- Het woord jaarling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jaarling" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 01-04-08, Gevangen jaarling terug naar het noord-westen van Winterswijk.
- ↑ De Standaard 28 JANUARI 2010 OM 00:00 UUR | (PKK) Duivenkampioenen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be