Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ite·ra·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord iteratie iteraties
verkleinwoord iteratietje iteratietjes

Zelfstandig naamwoord

de iteratiev

  1. herhaling
    • Er zat een hoop iteratie in de tekst. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

60 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen