iteratie
- ite·ra·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘herhaling’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
- Naamwoord van handeling van itereren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | iteratie | iteraties |
verkleinwoord | iteratietje | iteratietjes |
de iteratie v
- herhaling
- Er zat een hoop iteratie in de tekst.
- Het woord iteratie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "iteratie" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "iteratie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be