isochromatisch
- iso·chro·ma·tisch
- afgeleid van chromatisch met het voorvoegsel iso-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | isochromatisch | isochromatischer | |
verbogen | isochromatische | isochromatischere | |
partitief | isochromatisch | isochromatischers | - |
isochromatisch
- (fotografie) in dezelfde mate gevoelig voor alle kleuren
- Het woord 'isochromatisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.