ionisatiepotentiaal
- io·ni·sa·tie·po·ten·ti·aal
- samenstelling van ionisatie en potentiaal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ionisatiepotentiaal | ionisatiepotentialen |
verkleinwoord | ionisatiepotentiaaltje | ionisatiepotentiaaltjes |
de ionisatiepotentiaal m
- (natuurkunde) de potentiaal die nodig is om een vrij atoom (of molecuul) in een vacuüm een elektron te doen verliezen
- Het woord 'ionisatiepotentiaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.