Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·vrie·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
invriezen
vroor in
ingevroren
klasse 2

onregelmatig

volledig

Werkwoord

invriezen

  1. overgankelijk voor langdurige bewaring op een zeer lage temperatuur (ca. -20 oC) brengen
    • Het vlees werd ingevroren. 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be