• in·tuï·tie, in·tu·itie
enkelvoud meervoud
naamwoord intuïtie intuïties
verkleinwoord

de intuïtiev

  1. direct inzicht zonder nadenken (of waarnemen)
     Het draait niet alleen maar om praktische vaardigheden. Overleven bestaat ook uit je zintuigen openstellen en op je intuïtie vertrouwen.[4]
  1. intuïtief, intuïtionisme
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]