Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·na·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

internaliseren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
internaliseren
internaliseerde
geïnternaliseerd
zwak -d volledig
  1. iets een deel van het innerlijk maken
     Scholen zijn de ideale oefenplaatsen voor democratie als cultuur. Daar léren kinderen de basiswaarden van onze democratische rechtstaat niet alleen, maar ze ervaren het systeem, internaliseren en oefenen ermee.[1]
     “Kinderen lijken het opgepompte beeld dat hun ouders van hen hebben te internaliseren. Ze voelen zich beter dan anderen”, schrijft hij.[2]
  2. de oorzaak van gebeurtenissen in jezelf zoeken
Antoniemen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Rik Seveke en Bram Eidhof
    “'Amsterdam moet investeren in burgerschapsonderwijs'” (7 juli 2018), Het Parool
  2.   Weblink bron “Zo krijgt u een narcistisch kind” (12/03/2015), HP de Tijd
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be