• in·ter·land·shirt
enkelvoud meervoud
naamwoord interlandshirt interlandshirts
verkleinwoord interlandshirtje interlandshirtjes

het interlandshirto

  1. (sport) (kleding) kledingstuk voor het bovenlichaam van iemand die in het nationale team speelt
     Ze hadden allebei hun pasverworven interlandshirts aan het plafond gehangen, zoals de shirts van beroemde spelers in de Hall of Fame hangen of in hun eigen thuisstadion.[1]


  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149