instigatrice
- in·sti·ga·tri·ce
- Naamwoord van handeling van instigeren met het achtervoegsel -atrice
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | instigatrice | instigatrices |
verkleinwoord | instigatricetje | instigatricetjes |
de instigatrice v
- vrouwelijke vorm van instigator
- Het woord 'instigatrice' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
instigatrice | l’instigatrice | instigatrices | les instigatrices |
instigatrice v
- aanstichtster, instigatrice, vrouwelijke vorm van instigateur
instigatrice
- vrouwelijk enkelvoud van instigateur