Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·sec·ten·sterf·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord insectensterfte -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de insectensterftev

  1. de sterfte van insecten
    • 'Met de huidige insectensterfte is er over één generatie alleen nog dode natuur' [1] 

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen