insectenhotel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: insectenhotel (hulp, bestand)
- IPA: /ɪnˈsɛktə(n)hoˌtɛl/
Woordafbreking
- in·sec·ten·ho·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | insectenhotel | insectenhotels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het insectenhotel o
- voorwerp of bouwsel met veel holletjes bedoeld om insecten een schuilplaats te bieden
- Het insectenhotel hoeft niet gelijk volledig te worden gevuld. [1]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Von Orlow, M.Bouw je eigen insectenhotel (2014) Kosmos Uitgevers, Utrecht/Antwerpen; ISBN 9789052109787; p. 60; geraadpleegd 2016-12-14
Gangbaarheid
- Het woord insectenhotel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.