1. voorwerp of bouwsel met veel holletjes bedoeld om insecten een schuilplaats te bieden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·sec·ten·ho·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord insectenhotel insectenhotels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het insectenhotelo

  1. voorwerp of bouwsel met veel holletjes bedoeld om insecten een schuilplaats te bieden
    • Het insectenhotel hoeft niet gelijk volledig te worden gevuld. [1]

Meer informatie

Verwijzingen

Gangbaarheid