inlichtingenofficier
- in·lich·tin·gen·of·fi·cier
- samenstelling van inlichting zn en officier zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inlichtingenofficier | inlichtingenofficieren inlichtingenofficiers |
verkleinwoord | - | - |
de inlichtingenofficier m
- (beroep) officier die inlichtingen verzamelt
- Nederland heeft 17 Russische inlichtingenofficieren het land uitgezet. Aanleiding is informatie van de AIVD en de MIVD. Daaruit werd duidelijk dat de Russische diplomaten werkten als spionnen. [1]
- Het woord inlichtingenofficier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.