inklemmen
- in·klem·men
- samenstelling van in bw en klemmen ww
inklemmen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inklemmen |
klemde in |
ingeklemd |
zwak -d | volledig |
- vast komen zitten tussen twee of meer andere zaken
- De PvdA laat de partijen waar het de meeste verwantschap mee voelt, in de steek en laat zich inklemmen tussen twee christelijke partijen.” [2]
- Om de landhonger te stillen zijn 450 polders aangelegd, zijn rivieren in het korset van hun zomerbedden geperst. Nog steeds neemt de druk op de ruimte toe, maar doorgaan met landwinning is geen optie. Inklemmen van water eist zijn tol. [3]
- Het woord inklemmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inklemmen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Guus Valk 17 januari 2007 ‘PvdA-top wil de kiezer in het midden behagen’
- ↑ NRC Peter van RooyMartin Vuyk 8 januari 2003 Waterbeheer kan een feest zijn
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be