inhaler
- in·ha·ler
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘inhaleertoestel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1999 [1]
- Naamwoord van handeling van het Engelse inhale met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inhaler | inhalers |
verkleinwoord | - | - |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord inhaler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.