inhaker
- in·ha·ker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inhaker | inhakers |
verkleinwoord | inhakertje | inhakertjes |
de inhaker m
- lied, bedoeld om het publiek te laten inhaken (en meedeinen)
- reclame-uiting (artikel, foto, slogan) die inhaakt op de actualiteit
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord inhaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.