ingenieursleven
- in·ge·ni·eurs·le·ven
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ingenieursleven | ingenieurslevens |
verkleinwoord |
het ingenieursleven o
- de loopbaan van een ingenieur
- ▸ Daar was zijn ingenieursleven begonnen toen hij nog niet meer dan een groentje was en nu tegen het einde van dat beroepsleven was het alsof hij weer opnieuw moest beginnen.[1]
- Het woord 'ingenieursleven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142