informatietechnologisch


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·for·ma·tie·tech·no·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen informatietechnologisch informatietechnologischer
verbogen informatietechnologische informatietechnologischere
partitief informatietechnologisch informatietechnologischers -

Bijvoeglijk naamwoord

informatietechnologisch

  1. betrekking hebbend op de informatietechnologie
     In dat onderzoek (Horizonscan Nationale Veiligheid 2018 van het Analistennetwerk Nationale Veiligheid) staat: "Op het moment is er op informatietechnologisch gebied een sterke afhankelijkheid van buitenlandse bedrijven. Het overgrote aandeel van de benodigde hard- en software wordt gemaakt in China, de Verenigde Staten en Israël. De facto zijn Nederland en andere Europese landen dus afhankelijk van deze spelers voor kritieke onderdelen van vitale digitale infrastructuren. Er is hier echter sprake van een zekere naïviteit. Tot nu toe is het een onderbelicht probleem dat onze samenleving op zeer grote schaal gebruik maakt van buitenlandse apparatuur en technologie, waar mogelijk zogenaamde 'backdoors' in zijn gebouwd."[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Longread: ook de politie ziet 'substantiële veiligheidsrisico's' in tapsysteem” (Vrijdag 11 februari 2022, 18:28), NOS