Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·for·ma·tie·hon·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord informatiehonger -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de informatiehongerm

  1. niet te stuiten behoefte aan informatie
    • Uit de persoonsdossiers van politiek actieve Amsterdammers tussen 1945 en 1998 komt een beeld naar voren van een veiligheidsdienst met een grote informatiehonger.[1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen