indagen
- in·da·gen
indagen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
indagen |
daagde in |
ingedaagd |
zwak -d | volledig |
- (juridisch) iemand voor het gerecht roepen
- Het woord indagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "indagen" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
31 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ indagen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be