incestueus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: incestueus (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·ces·tu·eus
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van incest met het achtervoegsel -eus
- afgeleid van het Franse incestueux (met het achtervoegsel -eus) [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | incestueus | incestueuzer | incestueust |
verbogen | incestueuze | incestueuzere | incestueuste |
partitief | incestueus | incestueuzers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
incestueus
- op incest betrekking hebbend
- De mythologie van het Oude Egypte stond bol van de incestueuse verhoudingen.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord incestueus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "incestueus" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be