inaugureel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inaugureel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·au·gu·reel
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van inaugureren met het achtervoegsel -eel
stellend | |
---|---|
onverbogen | inaugureel |
verbogen | inaugurele |
partitief | inaugureels |
Bijvoeglijk naamwoord
inaugureel [1]
- betreffende een inauguratie (inwijding)
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord inaugureel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inaugureel" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be