improvisatievermogen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- im·pro·vi·sa·tie·ver·mo·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van improvisatie en vermogen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | improvisatievermogen | improvisatievermogens |
verkleinwoord | improvisatievermogentje | improvisatievermogentjes |
Zelfstandig naamwoord
het improvisatievermogen o
- in staat zijn om te kunnen reageren op een niet vooraf bedachte manier
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord improvisatievermogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.