immobilisatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- im·mo·bi·li·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van immobiliseren met het achtervoegsel -atie
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | immobilisatie | immobilisaties |
verkleinwoord |
- (medisch) onbeweeglijk maken
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord immobilisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.