• im·mi·gra·tie·land
enkelvoud meervoud
naamwoord immigratieland immigratielanden
verkleinwoord

het immigratielando

  1. land waar meer mensen naartoe komen om er te wonen dan dat er mensen zijn die het land verlaten; land met een immigratieoverschot
     Het is onderdeel van een anti-immigratiecampagne waarmee Zweden het imago van gastvrij immigratieland van zich af wil schudden. Andere voorgenomen maatregelen zijn het terugbrengen van het aantal opgevangen vluchtelingen naar het absolute EU-minimum en een soberder opvang van asielzoekers.[1]
     Gratosoglio lijkt op wijken zoals we die we ook in Nederland kennen. Hoogbouw waartussen jongeren hangen en kinderen spelen. Van alle gezindten. Maar in Italië leert men daar de afgelopen twee decennia pas mee omgaan. Italië is vooral een emigratieland geweest en is nu een netto immigratieland.[2]
  1.   Weblink bron
    Thom Edinger
    “Zweden wil geen immigratieland meer zijn: 'Belasting op de verzorgingsstaat'” (Zaterdag 15 juli 2023, 19:42), NOS
  2.   Weblink bron
    Mustafa Marghadi
    “Mahmood zingt voor een moderner Italië” (Zondag 26 mei 2019, 19:36), NOS