immatriculatie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  immatriculatie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• im·ma·tri·cu·la·tie

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van immatriculeren met het achtervoegsel -atie

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	immatriculatie	immatriculaties
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de immatriculatie v

1. inschrijving

Vertalingen

    1.   

Duits: Immatrikulation (de) Engels: immatriculation (en) Frans: immatriculation (fr) v

Spaans: matriculación (es) v

Gangbaarheid

• Het woord immatriculatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.