Nederlands

 
IJzer(II)sulfaat, een ijzerzout.
Uitspraak
Woordafbreking
  • ij·zer·zout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijzerzout ijzerzouten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ijzerzouto

  1. (scheikunde) een zout waarin het element ijzer de baserest vormt.
     [A]ls ook, dat wanneer zij met eene oplossing van eenig ijzerzout (sulphas ferri) in aanraking gebragt wordt, zij eene zwarte stof daarstelt, hetwelk wij inkt noemen.[1]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Pichler, J.F.C.
    “Manier om geneeskundige voorschriften voor te schryven.” (1789), Elwe, Jan Barend Amsterdam, 1778-1800