Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijs·bank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijsbank ijsbanken
verkleinwoord ijsbankje ijsbankjes

Zelfstandig naamwoord

de ijsbankv / m

  1. een zitbank van ijs
    • Met een oppervlakte van 5.500 vierkante meters, is het hotel gebouwd met 1.000 ton ijs en 30.000 ton van een mix van sneeuw en ijs om de constructie te verstevigen. Alles in de kamers is gemaakt van ijs: bedden van ijsblokken, ijsbanken, ijsbars...maar de badkamers zijn wel verwarmd. Het hotel is geopend vanaf vandaag tot half april, wanneer het begint te smelten. [2] 
  2. een opeengestapelde hoeveelheid ijs
    • In Je m'en vais onderneemt Félix Ferrer een avontuurlijke reis naar het hoge noorden van Canada, om een in 1957 op een ijsbank vastgelopen schip op te sporen, dat vol zit met kostbare kunstvoorwerpen. [3] 
    • Het eerst teken in ”Poolijs” dat er iets grondig mis is, is de vermissing van de Engelse onderzeeër Asteria. Het schip is bezig met een experimentele tocht en zou 1000 dagen niet boven water komen. Een ongehoord staaltje vernuft als het lukt. En een mooie operatie om de Russen de ogen uit te steken. Als basis heeft de onderzeeër een uitgeholde ijsbank in het Zuidpoolgebied. Omdat het volgens een internationaal verdrag verboden is de Zuidpool voor militaire doeleinde te gebruiken, dient een researchstation, waar echte geleerden werken, als dekmantel. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[5]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Telegraaf 12 dec. 2015 Beroemdste IJshotel is weer open
  3. NRC Margot Dijkgraaf 12 november 1999 Op zoek naar een koude schat
  4. Reformatorisch Dagblad Rudy Ligtenberg 28-05-2002 Koude oorlog op de oceaan
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be