ijker
- ij·ker
- Naamwoord van handeling van ijken met het achtervoegsel -er [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijker | ijkers |
verkleinwoord |
de ijker m
- (beroep) iemand die controleert of een meetinstrument de goede waarde aangeeft
- De eeuwenoude handelstraditie maakte Nederland specialist in ijken, wegen en calculatie van productiemethoden. Met productiesnelheid en toename van nieuwe producten groeit de behoefte aan ijkers van kwaliteit. [3]
- (beroep) iemand die het waarheidsgehalte van gegevens controleert
- De toenemende waardering van gegevens als waardevolle enen en nullen en het overal toegankelijke datagebruik verandert onze economie. Met daarbij de opkomst van een machtige nieuwe kaste van data-goeroes en handelaren in data. Daaronder ook weer gespecialiseerde juristen, ijkers van ‘echte’ data en talloze samenknopers, liefst al via een app, die langs de rand van privacyregels schuren. [4]
1. iemand die controleert of een meetinstrument de goede waarde aangeeft
- Het woord ijker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijker" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ ijker op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf THEO BESTEMAN 11 apr. 2017 TNO-kennis blijkt in markt goud waard
- ↑ De Telegraaf THEO BESTEMAN 18 feb. 2018 ‘Wereldorganisatie tegen hack-fraude nodig’
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be