idiotisme
- idi·o·tis·me
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | idiotisme | idiotismen |
verkleinwoord | - | - |
het idiotisme o
- (medisch) hoogste graad van zwakzinnigheid
- taaleigenaardigheid, idioom
- stommiteit
- Het woord idiotisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "idiotisme" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ idiotisme op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be