i-les
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- i-les
Woordherkomst en -opbouw
- gevormd uit les zn met "i" als afkorting van intelligent, internet of informatica zoals dat ook voorkomt in woorden als de merknaam iPad en een woord als i-bankieren, geschreven volgens spellingregel 6.G[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | i-les | i-lessen |
verkleinwoord | i-lesje | i-lesjes |
Zelfstandig naamwoord
- (onderwijs) (jongerentaal) les op de iPad
- In de ochtend hadden we met onze klas i-les.
- De Hema geeft i-les. [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'i-les' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Ketnetters kiezen ‘kingsize’ als Kinderwoord van het Jaar (18 december 2012) op website: VRTtaal.net; geraadpleegd 2019-08-10
- ↑ "Leren bij de Hema." in: Tekst/Taal: Leren op website: paulmertz.nl; geraadpleegd 2019-08-10