hulpbehoevendheid


  • hulp·be·hoe·vend·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord hulpbehoevendheid hulpbehoevendheden
verkleinwoord

de hulpbehoevendheidv

  1. de mate waarin men hulp nodig heeft
     Gunness vindt het onbegrijpelijk dat er moedwillig beleid wordt gevoerd om mensen te verarmen. Hij doelt daarmee op de Israëlische blokkade die import en export vrijwel onmogelijk maakt. "Honderdduizenden productieve mensen worden hierdoor veroordeeld tot hulpbehoevendheid", aldus Gunness.[1]


  1.   Weblink bron “VN: bewoners Gaza steeds armer” (dinsdag 14 juni 2011, 12:18), NOS