behoeftigheid
- be·hoef·tig·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | behoeftigheid | behoeftigheden |
verkleinwoord | behoeftigheidje | behoeftigheidjes |
de behoeftigheid v
- onvermogen buiten de hulp van anderen te kunnen
- Het steunverlenend Centrum oordeelt eigenmachtig over de staat van behoeftigheid van de betrokken persoon [...].[1]
1.
- Het woord behoeftigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ blz 255. De openbare centra voor maatschappelijk welzijn: de organieke wet van 8 juli 1976 en aanverwante wetgeving
Door Marc Mahieu, Ann Lukowiak
Uitgegeven door Maklu, 1999 ISBN 9062156169, ISBN 9789062156160