huisvestingsvraagstuk
- huis·ves·tings·vraag·stuk
- samenstelling van huisvesting zn en vraagstuk zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huisvestingsvraagstuk | huisvestingsvraagstukken |
verkleinwoord |
het huisvestingsvraagstuk o
- een probleem of uitdaging met betrekking tot huisvesting binnen een bepaalde gemeenschap, regio of land.
- ▸ Hij voegt daaraan toe: "Als elke gemeente in ons land twee clusters van zo'n 30 woningen kan realiseren, dan kunnen we het huisvestingsvraagstuk van de vergunninghouders oplossen en daarnaast ook de reguliere wachtlijsten verkleinen." De G32 (waar 37 steden bij zijn aangesloten) hoopt snel afspraken te maken met het Rijk en de corporaties zodat in november al de eerste woningen er kunnen staan.[1]
- ▸ Volgens hem suggereert de staatssecretaris onterecht dat zij aanwijzingsbevoegdheden heeft. Dat draagt volgens hem niet bij aan het vertrouwen en aan de oplossing van het huisvestingsvraagstuk van zowel asielzoekers als statushouders. Ook vraagt hij premier Rutte om opheldering over de passage in het regeerakkoord over het overrulen van lokale bestuurders.[2]
- Het woord huisvestingsvraagstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Nederland worstelt met stroom vluchtelingen” (donderdag 8 oktober 2015, 18:23), NOS
- ↑ Weblink bron Reinalda Start“Start asielopvang in gemeenten die verplicht zijn dat te doen” (woensdag 29 december 2021, 13:09), NOS