huisvestingsbeleid


  • huis·ves·tings·be·leid
enkelvoud meervoud
naamwoord huisvestingsbeleid
verkleinwoord

het huisvestingsbeleido

  1. de regels, richtlijnen en plannen die een overheid, gemeente of organisatie opstelt om de beschikbaarheid, toewijzing en kwaliteit van huisvesting van personen of organisaties te beheren
     Gemeenten in Nederland zijn verantwoordelijk voor het huisvestingsbeleid van scholen en moeten ervoor zorgen dat zowel het openbaar als het bijzonder onderwijs een gebouw heeft. Maar met steeds minder kinderen wordt de roep tot samenwerken van schoolbesturen sterker. Immers, één grote school is goedkoper dan een aantal kleintjes.[1]
     De kiezer zegt het debat te missen over de koopkracht, de pensioenen en het huisvestingsbeleid, belangrijke zaken uit het dagelijks leven. Ook blijkt uit dat onderzoek dat kiezers zich nauwelijks aangesproken voelen omdat, vinden ze, de kandidaten over hun hoofden heen zich vooral tot elkaar richten.[2]
     Voor de coronacrisis was de verwachting dat het aantal internationale werknemers in de regio de komende tien jaar zou groeien naar in totaal 24.600 mensen. Dat zullen er door de economische teruggang afgelopen jaar wat minder zijn. Maar volgens het onderzoeksbureau is er nog altijd een huisvestingsbehoefte van tussen de 4.000 en 6700 plekken tot 2030. Ondertussen gaat de gemeente Leudal in het huisvestingsbeleid vooralsnog uit van 4.000 extra woonplekken.[3]
  1.   Weblink bron
    Josephine Truijman
    “Scholen krimpregio's moeten samenwerken” (zaterdag 5 maart 2011, 19:50), NOS
  2.   Weblink bron
    Hans Brom
    “Weinig animo Franse campagne” (dinsdag 13 maart 2012, 21:15), NOS
  3.   Weblink bron
    Reinalda Start
    “Tekort aan huisvesting arbeidsmigranten in toekomst nog groter” (woensdag 2 juni 2021, 18:03), NOS