huisje-boompje-beestje-ideaal

  • huis·je-·boom·pje-·beest·je-·ide·aal
enkelvoud meervoud
naamwoord huisje-boompje-beestje-ideaal huisje-boompje-beestje-idealen
verkleinwoord - -

het huisje-boompje-beestje-ideaalo

  1. streven naar een eenvoudig, traditioneel gelukkig bestaan
     En misschien was het verliefde stel destijds zó vol van het aanstaande huisje-boompje-beestje-ideaal, dat de Tornado voor iets heel anders werd aangezien.[1]
  1.   Weblink bron
    Jan van Mullem
    Tussen tang en hark in: Provinciale Zeeuwse Courant  , jrg. 252 nr. 96 (24 april 2010), p. 99 (wonen 27) kol. 4