huisbioscoop
- huis·bio·scoop
- samenstelling van huis zn en bioscoop zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huisbioscoop | huisbioscopen |
verkleinwoord | huisbioscoopje | huisbioscoopjes |
de huisbioscoop m
- filmzaal in een woning
- grote televisie met veel mogelijkheden
- ▸ Hij vertelt dat mensen niet bang moeten zijn voor computers, maar dat die het leven juist makkelijker zullen maken. "De wereld van morgen gaat er heel anders uitzien. U gaat meer elektronica in huis halen, uw huisbioscoop groeit. Er komen tv-kanalen die specifiek met één thema bezig zijn. Je kunt proberen een kanaal te maken met 24 uur sport.[1]
- Het woord huisbioscoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Wat Chriet Titulaer goed voorspelde” (donderdag 2 januari 2014, 06:00), NOS