• hout·slij·pe·rij
enkelvoud meervoud
naamwoord houtslijperij houtslijperijen
verkleinwoord - -

de houtslijperijv

  1. (bedrijf) (geschiedenis) plaats waar hout wordt fijngemalen om er papier van te kunnen maken
    • Slechts een onderneming — een complex van bedrijven met eigen houtslijperij, cellulose- en papierfabrieken — hield zich buiten deze combinatie, maar dit is dan ook een bedrijf, dat in, zijn even meer dan vijftigjarig bestaan zich tot een Finsche „Krupp" heeft weten op te werken. [2]