hostiel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hos·tiel
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hostiel | hostieler | hostielst |
verbogen | hostiele | hostielere | hostielste |
partitief | hostiels | hostielers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
hostiel [2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'hostiel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hostiel" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ hostiel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be